maandag 25 april 2022

Een midweek in het klooster..


Onze Lieve Vrouwe Abdij

Maandag 19 augustus 2019 - Oosterhout 

11.30 uur

"Het grote avontuur gaat beginnen. Met een leeg gevoel stap ik de auto uit en tref zuster Hildegard. Ze geeft me een rondleiding door het gebouw, het gastenverblijf van het klooster waar ik tot vrijdag zal blijven. Er hangt een enorme rust in de sobere oude inrichting. Als de zuster vraagt of ik het spannend vind antwoord ik ' ja' en barst in tranen uit. De wereld voelt ineens zo ver weg en ik heb nu al heimwee naar iedereen. Het is best moeilijk om zo ineens weg uit je vertrouwde omgeving te zijn. Tegelijkertijd voel ik een enorme dankbaarheid opkomen voor alles wat in mijn leven aanwezig is. Mijn kamernummer is 9 en ik moet lachen als ik mijn bed opmaak met het panterdekbed wat ik heb meegenomen. Mijn telefoon gaat uit. Ik ben er."


14.20 uur

"Zojuist de eerste dienst bijgewoond, er zijn minder zusters dan ik dacht en ze zijn allemaal behoorlijk op leeftijd. Tussen de middag met het eten kennis gemaakt met de andere gasten. Ik merk aan mezelf dat ik geen behoefte heb om te socializen. Ik kom hier niet om met vreemden over ditjes en datjes te praten terwijl ik mijn geliefden moet missen. Zelf had ik verwacht dat we in stilte zouden eten maar dat was niet het geval. Er zit een kletsmajoor bij die er al voor de vierde keer is, dat moet ook iedereen aan tafel weten. Ze probeert toenadering te zoeken maar ik zeg dat het een tegenvaller is dat we tijdens het eten mogen praten. Ik geef aan dat ik niet gekomen ben voor oppervlakkige verhalen over andermans kinderen. 

Ik lig nu op bed mijn gedachtes op te schrijven. Wat ik dus nu al super interessant vind is dat je - waar je ook bent- te maken hebt met andere mensen die een enorme impact kunnen hebben op hoe je dingen ervaart in het leven. Zelf merk ik gelukkig steeds meer dat het aangeven van grenzen minder moeilijk wordt. Of tenminste... het beginnend bij het voelen van mijn grenzen en daarnaar kijken en ervaren. Zodat ik daarna kan kiezen wat ik me die gevoelens ga doen. 

Ik kies er nu in ieder geval voor om niet een van de groep te worden maar bij mezelf en op mezelf te blijven." 



16.15 uur

" Net lekker op bed gaan liggen en in slaap gevallen. Net op tijd wakker voor een kopje thee in de zitkamer. Er was verder niemand dus even gezeten met een boekje. Het boekje ging over stilte.

Redenen om niet te praten:

1. Als je stil bent kun je niks verkeerds zeggen.
2. Als je stil bent kan je beter luisteren naar anderen.

Ik merk dat ik nog heel erg moet wennen aan het hebben van geen afleiding. En dan het ' wachten' op de volgende activiteit, zoals eten, een dienst etc. Misschien is het handig als ik morgen per vrije tijd een plan heb om iets te ondernemen. 

Volgens de strenge regels van stilte is het eigenlijk niet eens de bedoeling om te lezen. Dit is namelijk ook een manier van afleiden. 

Ik merk nu dat ik eigenlijk ook zoveel energie krijg van het leven wat ik leidt. Wat ik misschien zou kunnen verbeteren is dat ik dingen met meer regelmaat en meer aandacht doe. Ik las het ergens, dat het de kleine dingetjes kunnen zijn die al voor heel veel rust kunnen zorgen. Je moet geen grote dingen willen veranderen want dat is waarschijnlijk toch niet vol te houden. 

Als ik er zo over na denk hebben we zoveel leuke en mooie dingen die in het leven gebeuren dat ik niet bang hoef te zijn dat de verveling gaat toeslaan als ik wel meer in een ritme en eenduidige manier ga doen. Alleen maar om de activiteiten meer met aandacht te kunnen doen en ze bewuster te beginnen en te eindigen." 


19.30 uur

"Het avondeten zit erop. Tijdens het eten werd weer gepraat en deze keer vond ik het minder erg. Misschien ook een gevalletje verwachtingsmanagement. Vanmiddag las ik in het boek dat de echte stilte van binnenuit moet komen. Het helpt natuurlijk als de buitenwereld ook stil is, maar dit zou geen vereiste hoeven te zijn. 

Mooi he hoe dat gaat, die kletsmajoor aan tafel krijgt ineens een andere rol in dit verhaal. Namelijk de belichaming van het doel om de stilte in mezelf te vinden met daarbij de afleiding van buiten. Benedictus schreef al over vluchtgedrag, dat dat niet goed is. Bijzonder dat de gasten in de abdij eigenlijk vluchten naar de abdij, weg van hun eigen leven. Terwijl in een van de principes staat dat je ten alle tijden vol moet houden. Ik denk dan ook dat ik deze trip niet als een vlucht moet zien, maar een manier om te kijken of ik dichter bij mezelf kan komen. Het is nu een kwestie van volhouden om dit te doen op de manier zoals ik dat zelf wil en me niet laten afleiden door externe factoren."

Dinsdag 20 augustus 2019 - Oosterhout 

6.45 uur

Goedemorgen, rise and shine. Om half zes gaat de wekker, net voordat de klokken luiden (6.00u) sta ik naast m'n bed. De nacht was super raar. Door alle indrukken en het geluid van de kermis in het dorp kon ik maar niet in slaap komen. Midden in de nacht werd ik wakker van de klok die 1 keer sloeg. Daarna heb ik alle uren de klok horen luiden. Mijn hoofd was behoorlijk aan het nadenken, mijn gedachten gingen vooral naar het klooster en het daarbij horende kloosterleven. Ik voel me gek genoeg wel uitgerust, de laatste dienst van gisteravond was mooi. Fijn om de dag zo bewust af te sluiten. 

Vanochtend was de eerste dienst voornamelijk gezang. Twee zinnen die op dezelfde toonhoogte worden herhaald als een soort van mantra. Het lijken kinderlijke vertellingen waar een verhaal verteld wordt. De nonnen zitten tegenover elkaar en het publiek zit daar haaks op. Daardoor voelt het alsof je een toeschouwer bent en naar een optreden zit te kijken. 

Om half 8 is de volgende dienst, dan hebben we er al twee van de zeven diensten op zitten.

13.15 uur

De lunch zit er op, ondertussen is er ook een eucharistie viering geweest. Met een jonge pastoor. Het woord dat is bijgebleven is ' wijsheid'. Hoe hij dat woord uitsprak was al een beleving an sich. Vanochtend sprak ik zuster Hildegard en vroeg haar advies over de kletsmajoor. Haar antwoord: barmhartigheid. Ze gaf aan dat voor sommige mensen stilte in het bijzijn van anderen heel beangstigend kan zijn. Omdat er in deze stilte ook geen bevestiging van anderen te vinden is. En dat mensen soms letterlijk woorden nodig hebben om te connecten. Ik merk bij mezelf dat ik de stilte in de groep makkelijker vind dan de stilte met 1 persoon. Dan voelt ik ook een vorm van angst dat de ander met oordelende gedachten van mij naast me zit. Het is fijn om te merken dat ik nu in de groep de rust heb om in de stilte te zitten. 

De diensten beginnen me nu al een beetje tegen te staan. En het voelt alsof er voor mij eigenlijk niks te halen is. Het nieuwtje is er wel een beetje vanaf. En wellicht is dit het moment waar de echte les voor mij begint. Doorgaan en niet opgeven. 

Zoals zuster Hildegard zo mooi zei; blijf trouw aan je eigen verlangen. 


In de abdij
Stil

Zoals mijn gedachten

De klok
Bepaalt
Weer een dag voorbij 

Vrij 
Om te voelen
Jezelf te zijn

Volg
Het verlangen 
In je hart

Bedankt Zuster Hildegard


Leestip: Een levensregel voor beginners van Wil Derks

Meer informatie over Benedictus:
https://www.olvabdijoosterhout.nl/benedictus/

Informatie over het gastenverblijf:
https://www.olvabdijoosterhout.nl/gastenverblijf/



maandag 20 december 2021

Vrouwelijkheid

 Wat is vrouwelijkheid, wanneer voel je je als vrouw vrouwelijk en wanneer zie je er als vrouw vrouwelijk uit?


Het hebben van een vrouwen lichaam is blijkbaar niet genoeg om je ook vrouwelijk te voelen. Tot vorig jaar noemde ik mezelf altijd een meisje, een meisje met een wens om een zelfverzekerde zelfstandige zachte vrouw te worden. Tot ik iemand uit mijn verleden tegenkwam, deze persoon had bij 15 jaar niet gezien. Na een avondje kletsen kreeg ik als feedback dat ik was uitgegroeid in de vrouw waar ik zo naar uit keek. Ik WAS die vrouw al. Ik zag het alleen zelf nog niet…

 

Om de vrouw in mij te gaan zoeken moest ik voor mijn gevoel diep graven. Ik ben niet opgegroeid met make-up, jurken en hakken, haren fohnen of nagels lakken. Niet met de – in mijn ogen- typische ‘ dames’ dingen. Ik heb altijd het idee gehad dat zulke vrouwen met een bepaalde blik bekeken werden en het devies ‘ doe maar gewoon normaal’ gold in ons huishouden. Uiterlijkheden werden als oppervlakkig en vooral onnodig gezien.

 

Ik had eerder al wel eens pogingen gedaan om bijvoorbeeld een jurkje aan te doen, maar ik voelde me daarin altijd alsof ik verkleed was. En bij een jurkje horen ook mooie schoenen toch? Ik was altijd in de veronderstelling dat hakschoenen geen optie waren voor mijn voeten gezien ik steunzolen draag. Daarnaast zag ik mezelf al als redelijk lomp en grof en wilde ik dus niet mezelf ook nog eens langer maken door extra cm’s toe te voegen. Want ja dat vrouwelijk ook zacht en fijntjes zou moeten zijn had ik al besloten. 

 

Vaak ging ik in de kerk onder het beeld van Maria zitten en hoopte ik dat ik wat van haar zachtheid zou kunnen krijgen. Minder hard, minder lomp, minder luid, gewoon minder, minder van mezelf misschien zelfs wel.  



Minder hard, minder lomp, 

minder luid, gewoon minder, 

minder van mezelf misschien zelfs wel.  

 

Maar ja, ik wilde op zoek naar mijn vrouwelijke kant die vast wel ergens verstopt zat. Dus het eerste wat voor de hand lag en wat het makkelijkste was om te doen waren deze externe kenmerken veranderen. En proberen meer te worden in plaats van minder. 

 

Ik kocht zowaar een paar hakschoenen (wel lekkere stoere) en ging daar eens op lopen. Tot mijn grote verbazing ging het lopen met deze schoenen eigenlijk veel soepeler dan ik dacht en ik trok dus vaker deze stoute schoenen aan. Het lukte me ook nog eens om er vrouwelijke kleding bij te dragen, een jurkje of een rokje met panty (huh ik dacht altijd dat deze zo vreselijk jeukte). Ook werd ik overgehaald om een lippenstift te dragen, ik deed het en ik vond dat ik er toch wel mee weg kwam - ondanks mijn dunne lippen. 

 

Kerst 2020, het hoogtepunt, ik vierde kerst in een rode jurk, met zwarte pumps en rode lippenstift en borsten die nog net niet uit m’n jurk vielen. En jeetje wat voelde ik me een partij vrouwelijk! Het hielp ook dat ik mezelf getrakteerd had op mooie lingerie. Iets waardoor ik me ook nog eens heel sexy voelde. Ik besloot dat ik deze 2.0 versie van mezelf niet meer zou gaan loslaten. Voor het eerst sinds altijd kon ik naar mezelf in de spiegel kijken en mezelf prachtig vinden, mijn vrouwelijke vormen omarmen. 

 

Het voorjaar brak aan, en het dragen van vrouwelijkere kleding werd steeds meer vanzelfsprekend. Dit begon ook door collega’s opgemerkt te worden. Regelmatig kreeg ik complimentjes over hoe ik straalde en hoe goed ik eruit zag. Natuurlijk was dat fijn, het was een bevestiging van hoe ik me voelde in mijn eigen lichaam. Zelfverzekerd en mooi. 

 

Maar niet veel later kwamen wat opmerkingen waardoor ik, besef ik me nu, weer terug in mijn schulp kroop. Toch weer terug naar minder.. want dat meer ruimte innemen, daar zat ook een gevolg aan… ruimte innemen en stralen is namelijk gezien worden, en bij gezien worden hoort opvallen en dan zijn er blijkbaar altijd mensen die opmerkingen maken die je eigenlijk niet wilt horen. Over dat je benen afleiden en je maar een broek moet dragen of een collega die je probeert te versieren omdat je een MILF bent. En dat was nou precies niet het effect wat ik wilde hebben. Wellicht ook omdat het nog steeds te maken had met een uiterlijke verandering en dat ik van binnen toch nog niet helemaal overtuigd was van mijn nieuw verworven vrouwelijkheid. 

 

Ongeveer in de zomer ben ik begonnen met sporten omdat ik merkte dat ik dat nodig had. Door het sporten kwamen er kleine veranderingen in mijn lichaam, ik weet niet of het door anderen gezien werd, maar ik zag ze wel in de spiegel. Mijn schouders wat breder en een cupmaat af van mijn mooie zachte borsten waar ik zo trots op was. Mijn gezicht werd minder zacht. En ja er veranderende ook positieve andere dingen, zoals mn buik, m’n benen, en misschien eindelijk wat minder platte billen (waar ik zo vaak op gehoopt heb). Maar die borsten… voor mij het vrouwelijkste kenmerk van mijn lichaam. Minder mooi dan hoe ze waren, ik dacht aan de geweldige kerst met uitpuilende decolleté en kreeg heimwee. In mijn hoofd veranderde mijn lichaam in een plank, precies zoals wat mijn vriendinnen zeiden over mijn lichaam toen ik nog op de middelbare school zat en precies datgene hoe ik het niet wilde.

 

Ineens kwamen de saboterende gedachten in mijn hoofd weer omhoog en dat won het van het vrouwelijke gevoel wat ik zo voor mezelf had opgebouwd. Ik was zelfs niet meer in de mood om lingerie te dragen, het voelde alsof ik dat niet verdiende: mijn plankerige lichaam in  mooie lingerie…nahhhh doe maar niet. Ook qua kleding sloop het erin, ik liep weer vaker in slobbertruien en sneakers en die lippenstift bleef in de kast. Het vrouwelijke voelde weer als verkleden, alsof ik iedereen voor de gek hield en mezelf nog het meeste. En natuurlijk ik ging steeds meer letten op alles wat in mijn ogen niet-vrouwelijk was aan mijn lichaam. En ik heb wel geleerd dat ik alles wat je aandacht geeft groeit, helaas waren dat niet mijn borsten maar wel mijn onzekerheid.

 

Dit gevoel van verminderde zelfbeeld sijpelde ook door in mijn datingleven, ik voelde me niet vrouwelijk bij mannen die niet veel groter dan een bepaalde lengte waren. Hakken dragen en groter zijn dan de man was voor mij geen optie (want lomp). Maar ook vond ik mezelf niet vrouwelijk of meisje-meisje genoeg. Ik merkte dat ik mezelf weer veilig in mijn oude ik verstopte. Ik verlangde terug naar die zelfverzekerdheid die ik had en besloot dat het weer tijd werd om heel bewust mijn vrouwelijkheid weer op te zoeken. Te stoppen met de focus op alles wat ik dacht dat niet goed was aan mijn lichaam. Maar dankbaar zijn voor alles wat er wel is, dat ik er prima uit zie en dat elk lichaam uniek is en dat van mij ook. 

 

Het hielp dat ik na een tijdje een geweldige man tegenkwam waarbij het op alle vlakken heel goed klikte. Doordat hij gewoon zichzelf is, door hoe hij is voelde ik me direct super vrouwelijk. Hij, een hele lieve grote man, die handig is met zijn handen, zijn stoere nonchalante houding, zijn humor, zijn bewegingen, zijn kwetsbaarheid, het gevoel van veiligheid dat hij mij vanaf de eerste blik gaf.  Mijn vrouwelijkheid werd aangewakkerd omdat ik het tegenovergestelde ben van hem.  De dynamiek die tussen ons is, zorgt voor de balans en helpt mij weer dichterbij mijn vrouwelijke energie te komen. 

 

De energie in mij die echt wel aanwezig is maar die ik ver weg heb verstopt omdat ik niet geleerd heb dat die vrouwelijkheid er mag zijn en de ruimte mag innemen. Dat het niet fout is om voor jezelf te zorgen, dat het niet overdreven is om iets te geven om uiterlijkheden en jezelf goed verzorgen. Dat dat niet direct oppervlakkig en niets zeggend is als je aandacht geeft aan hoe je eruit ziet. 

 

Maar ja, dan de vraag: wat is nou eigenlijk vrouwelijkheid?

 

Natuurlijk heb ik hier over nagedacht, maar wellicht is vrouwelijkheid niet zo makkelijk te vangen en gaat het om het totaal plaatje. Het gaat niet letterlijk alleen om hoe een lijf eruit ziet, hoe iemand zich kleed. Maar vooral hoe die persoon zich van binnen VOELT en wat die persoon daarmee  uitstraalt. De vrouwelijke energie. Het lef om ruimte in te nemen, goed voor jezelf te zorgen, aandacht aan jezelf te besteden. Mooie lingerie aan doen voor jezelf en je hierdoor sexy, elegant en vrouwelijk voelen. Maar ook die keren in je huispak met een lekker theetje op de bank, gewoon helemaal tevreden zijn met alles wat er op dat moment is.  

 

Ik heb mensen om me heen gevraagd wat zij zien als vrouwelijkheid. Het woord wat bij elk van hen als eerste omhoog kwam was; zelfverzekerdheid. Een vrouw die lekker in haar vel zit en straalt. Een vrouw die zichzelf is en zichzelf verzorgd. Iemand noemde de kracht van de schepping, het moederschap -in de breedste zin van het woord. Zorgzaam zijn, omkijken naar anderen, liefde geven, empathie hebben voor een ander maar ook zeker voor jezelf. De godin zijn in je eigen wereld, weten wat je wilt  maar ook de controle uit handen durven geven aan een mannelijke energie, de leiding uit handen durven geven en uitgaan van je eigen kracht.

 

Niet gevangen zitten in je eigen lichaam door oordelende gedachten over hoe dingen horen te zijn, maar met volle teugen genieten van het leven, de ene keer in een huispak en de andere in een mooi strak jurkje en goeie laarzen. 

 

 

Het mag gewoon. 

Ook ik mag gewoon mezelf zijn.


 

En iedereen die daar anders over denkt, fuck you  J







vrijdag 3 september 2021

De tweede dag in India, de dag dat ik verliefd werd..

  2 oktober 2010 Dag 2: Delhi

 

Het is 7.30 uur en ik word wakker gemaakt door de wekker. Verward kijk ik om me heen en in een flits weet ik weer waar ik ben. Ik lig op kamer 103 van Hotel Pablas in New Delhi! Ik wurm me uit mijn lakenzak en hoor dat Elske ook wakker aan het worden is. “Goeiemorgen!” roep ik vrolijk en zie een vrolijke ietwat slaperige glimlach onder de dekens vandaan komen. Als ze haar slaapmasker af heeft gezet en haar oordoppen uit is ook Elske helemaal klaar om lekker te douchen, aan te kleden en te gaan ontbijten. De ‘eetzaal’ is boven en er staat een simpel buffet voor ons klaar. Na wat toast, thee en een glaasje sap pak ik mijn spullen en lopen we naar de lobby. Als iedereen klaar is voor vertrek en ook Raj gearriveerd is lopen we naar de bus die een eindje verderop geparkeerd staat.

Hetzelfde ongure buurtje is nu ineens omgetoverd tot een levendig schouwspel. Overal is iets te zien, te horen of te ruiken. Vol verbazing en verwondering kijk ik mijn ogen uit. Het ziet er totaal anders uit dan de ellende die ik gisteravond dacht te zien.

Het is rustig op straat en alle winkels zijn dicht want vandaag is het de geboortedag van Mahatma Gandhi (1869) Zijn geboortedag wordt gevierd als Gandhi Jayanti, een dag waarop verschillende mensen hun held herdenken. Bij een bescheiden monument Raj Ghat, pal aan de rivier de Yamuna in New Delhi, wordt dan zijn favoriete lied Raghupati Raghava gezongen en wordt op de ouderwetse wijze katoen gesponnen.

We kunnen helaas vandaag niet naar de Raj Ghat in verband met de herdenking maar er zijn nog zat andere dingen te zien in Delhi! En we spreken met elkaar af als we weer terug zijn in Delhi aan het einde van de reis naar de herdenkingsplek te gaan.

Tijdens de wandeling naar de bus zie ik de mooie uitspraak

“Everyone has potential you just have to discover it”.

De uitspraak maakt ontzettend veel indruk op me. Ik loop hier in een land waar kinderen op straat leven en mensen met een handicap bedelen om geld. Het lijkt voor mij een soort van lichtpuntje in de duisternis te zijn, het gevoel van hoop. Tussen meters met rolluiken en hekken zie ik de eerste tempel, hij staat midden in de winkelstraat en hij is prachtig.



 

Bovenop de tempel staat een afbeelding van de apengod Hanoeman, (Sanskrit: ) hij is de godheid die ooit de god Rama hielp bij de redding van zijn vrouw Sita uit de handen van de demonenkoning Ravana. Hij symboliseert de bhakti (devotie) en is vooral populair in het noorden van India. Naast hem staat een beeld van Ganesha. Een beeld wat overal te vinden is in het straatbeeld van India. Ganesha is de godheid met het olifantenhoofd. Hij is de god van kennis en wijsheid, neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers. Hindoes bidden tot Ganesha voor ze aan iets nieuws beginnen, zoals een nieuwe baan of wanneer ze verhuizen. Ganesha is de zoon van Shiva en Parvati. Hij rijdt op een muis of een rat.

Rechts naast de tempel worden bloemenkransen verkocht. Deze kransen worden als offer naar de goden gebracht. Voordat de hindoes de tempel betreden luiden ze de bel. Om zo aan de goden te laten weten dat ze hun huis betreden.

De groep loopt door dus ik moet ook verder.



In een land waar er geen verkeersregels gehandhaafd worden (ze schijnen er wel te zijn) is het lastig om over te steken als voetganger. Laat staan met een grote groep mensen. Terwijl we wachten aan de straat zie ik vanalles langskomen, tuc-tucs, brommertjes, auto’s, bussen, fietsers, riskja’s noem het zo gek maar op of het rijdt hier over straat.

Het is een vermakelijk schouwspel en een lawaai van jewelste. Het continu aanwezig zijn van geluid van honderden toeters en tientallen fietsbellen prikkelt mijn zintuigen. Ik vind het heerlijk en geniet met volle teugen. Het wemelt van de mensen en ik ben maar een klein onderdeel van het geheel.

 




Als we eindelijk bij de bus aangekomen zijn rijden we naar het Rode Fort. Het Rode Fort van Delhi of Lal Qila (Hindi) is een ommuurd paleis in Shahjahanabad en ligt aan de rivier Yamuna. Het is één van de bekendste bezienswaardigheden in Delhi, en maakt deel uit van de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is ook de plaats waar de minister-president van India elke 15 augustus een toespraak houdt, op de dag dat India onafhankelijk werd van GrootBrittannië. Het fort werd als paleis opgericht door de Mogoelse keizer Shah Jahan, als zevende islamitische stad van India. Terwijl we rondkijken en van buitenaf foto’s maken merken we op dat ook wij een toeristische attractie blijken te zijn. Indiase mannen richten zonder schaamte hun mobiel op ons en maken ongegeneerd foto’s en filmpjes. Het is even wennen maar verder heb je er geen last van. Overigens wel een leuk idee dat ik nu ergens bij iemand in zijn telefoon sta. Het zal geen uitzondering zijn deze reis dus ook hierbij is het een kwestie van accepteren dat het nou eenmaal zo gaat hier.


 

 



Na het Rode Fort gaan we met de fietsriksja door de smalle straatjes van Old Delhi, ondanks dat het toch behoorlijk wat indruk maakt zijn we ietwat teleurgesteld. De smalle straatjes welke normaal wemelen van mensen zijn nu teleurstellend leeg en maar een enkele winkel is open. Dit alles zoals ik al eerder schreef in verband met de nationale feestdag.

Fietsrikja chauffeurs hebben overal schijt aan. Ze knallen gewoon door, ze zetten hun voorwiel voor alles wat beweegt om zo als eerste weg te kunnen gaan. Na wat spannende beknellende momenten komen we aan bij de Jama Masjid Moskee. Hier worden we voor het eerst geconfronteerd met het geven van fooi. Raj zou voor de riksja’s betalen dus wij laten alle chauffeurs netjes wachten tot Raj er is. Onze chauffeur verteld ons hoe zwaar zijn werk eigenlijk wel niet is en dat het geld wat hij krijgt ook afgedragen moet worden en of we dan niet wat geld voor hem alleen hebben. En hij vraagt niet om een misselijk bedrag. Volgens mij is het meer dan de hele rit uberhaupt gekost heeft. Omdat we eigenlijk helemaal niet weten hoe we hier mee om moeten gaan staan we daar ook een beetje te draaien en te twijfelen. Sommige van de groep hebben zich al laten verleiden en hebben de fooi al afgestaan. Elske en ik houden voet bij stuk. Onze chauffeur wordt ineens behoorlijk chagrijnig en ineens fiets hij weg. Nou dat was makkelijk, Elske en ik kijken elkaar aan en denken allebei: “Zo, dáár zijn we vanaf”.

Nadat alle onduidelijkheden uit de lucht zijn lopen we naar de moskee. De Jama Masjid van Delhi, is de hoofd moskee van Oud Delhi in India. Opgedragen aan Mughal Keizer Shah Jahan, bouwer van Taj Mahal, en voltooid in het jaar 1656, Het is één van de grootste en bekendste moskees India. Het is ook aan het begin van een zeer bezig en populair straat/een centrum binnen Oud Delhi, Chandni Chowk. Masjid-I-Jahan Numa betekent de „moskee bevelend een mening van de wereld“. De binnenplaats van de moskee biedt plaats voor 25.000 mensen. In mooie gekleurde jurken en met een beetje haast gaan we naar binnen. We moeten opschieten, we hebben maar 10 minuten voordat het gebed begint en dan moeten alle ongelovigen uit de moskee zijn!

 



 

Eerlijk gezegd maakt de moskee niet veel indruk op me. En na het vlugge bezoek gaan we op zoek naar wat te eten. We worden naar een druk bezocht en zeer toeristisch restaurant gebracht. Het eten is heerlijk maar voor Indiase begrippen erg duur (480 rupee = ongeveer 8 euro). We vragen aan Raj of hij ons in het vervolg naar wat meer Indiase tentjes mee te nemen. Wel de hygiënische uiteraard want ziek worden, dáár zitten we niet op te wachten!

 

 Na het eten rijden we met de bus naar de Indian Gate. De India Gate is het nationale monument van India. India Gate werd ontworpen door Sir Edwin Lutyens. Oorspronkelijk bekend als All India War Memorial, het is een prominent herkenningspunt in Delhi en herdenkt de 90.000 soldaten van het Brits-Indische leger die hun leven verloren tijdens het vechten voor de BritsIndische Rijk , of meer correct de Britse Raj in de Eerste Wereldoorlog en de Derde AngloAfghaanse Oorlog. Onder de poort brandt een eeuwige vlam op het graf van de Onbekende Soldaat.

 


 De Indian Gate is 42 meter hoog en de gazons zijn een populaire picknick plek voor gezinnen. Het hele India Gate zeshoek complex beslaat ongeveer 306000m ² in het gebied met een diameter van ongeveer 625m. Tijdens het rondlopen bij de poort wordt ik aangesproken door een vrouw die een speldje met de Indiase vlag bij me opspelt. Ze is van een school en zamelt zo geld in tenminste dat probeert ze me wijs te maken. De rest van het groepje loopt door en even voel ik me ontzettend voor het blok gezet. Dit is echter wel waar Raj van te voren voor gewaarschuwd had. Ik loop door terwijl ik haar blik zo veel mogelijk ontwijk, ik heb het er moeilijk mee, ik ben niet gewend om mensen bij voorbaat niet te vertrouwen. Als ik een aantal meter verder ben durf ik weer adem te halen. Het speldje stop ik veilig weg in mijn tas, die gaat mee naar huis, mijn eerste souvenier!



Het gazon rondom het monument ligt er prachtig bij. Er is werkelijk waar geen afval of onkruid te bekennen. Wat me gelijk opvalt als we door het park lopen is de verbondenheid van het gezin. Je ziet zelden iemand alléén op het land werken. Het lijkt alsof complete gezinnen aan het werk zijn. De vrouwen en mannen werken samen en daar omheen drentelen de kinderen die af en toe wat kattenkwaad uithalen, totdat een oplettende politie man dit ontdekt en heel hard op zijn fluitje begint te blazen waardoor ze ophouden. Een aantal moeders hebben ons gespot en sporen zichtbaar hun kinderen aan om bij ons te gaan bedelen. Dat laatste is wel heel bizar en gelukkig zijn de kindjes te verlegen om te komen. Over het algemeen ziet het er toch knus, warm en liefdevol uit. Alleen het feit dat deze kindjes waarschijnlijk geen onderwijs krijgen maakt het tafereeltje toch wat minder ‘aandoenlijk’.




Na een kort bezoek aan de Indian Gate rijden we door naar de Lotus Tempel ‘Bahai House of Worship’. Dit is een van de zeven Bahá'í Huizen van Aanbidding. De Bahá'í tempel in Bahapur, Delhi, India werd in 1986 voltooid en is de Moeder-tempel van het Indische subcontinent. Het heeft verscheidene architectonische prijzen gewonnen en is in honderden kranten- en tijdschriftartikelen besproken. De architect was Fariborz Sahba uit Canada.



Het ontwerp is geïnspireerd door de lotusbloem en bestaat uit 27 vrijstaande met marmer beklede “bladen”, gerangschikt in groepen van drie, zodat er negen zijden ontstaan. De tempel is iets meer dan 40 meter hoog, en wordt omgeven door negen vijvers, die de bladeren symboliseren waar de lotus op drijft. Tussen de opening in 1986 en begin 2003 hebben meer dan 50 miljoen mensen een bezoek gebracht aan de tempel, waarmee het een van de meest bezochte gebouwen ter wereld is. Op hindoe heilige dagen heeft het tot 150.000 bezoekers per dag getrokken; per jaar zijn er vier miljoen bezoekers (ongeveer 13.000 per dag). Dit Huis van Aanbidding wordt, door zowel bahá’ís als niet-bahá’ís, de "Lotus Tempel" genoemd.



Na de lange rij komen we aan in de simpele ‘stilte’ ruimte. Er staan houten bankjes en er heerst een serene stilte. Wouter, Elske en ik zitten op een rijtje en zijn alledrie behoorlijk onder de indruk. Op de een of andere manier heerst hier totale rust. Als we er een tijdje zitten krijgen we een kaartje in onze hand gedrukt waarop staat:

The name is my healing, O my God,
and remembrance of Thee is my Remedy
Nearness to Thee is my hope,
 and love for Thee is my companion,
Thy mercy to me is my healing
and my succor in both this world and the world to come
Thou, verily, art the All-Bountiful, the All-Knowing, the All-Wise


Helemaal ZEN en onder de indruk verlaten we na een tiental minuten de tempel…in stilte. Als we terug op aarde zijn gaan we door naar de Qutab Minar. De Qutub Minar is een van de beste voorbeelden van de islamitische architectuur in India. De toren is een van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Delhi. De toren is 72,5 m hoog en de hoogste stenen toren van India. De bouw van de toren begon in 1193 onder Qutb-ud-din Aybak, de eerste islamitische heerser over Delhi. De toren werd uiteindelijk pas in 1368 voltooid. De verschillen in architectonische stijl zijn duidelijk te zien. Door UNESCO werden de toren en de erbij behorende monumenten in 1993 tot werelderfgoed verklaard.

 


 Eerlijk gezegd ben ik na alle bezienswaardigheden redelijk monumenten-moe. Ik probeer te luisteren naar wat de gids zegt maar ik kan het niet op brengen me nog volledig te concentreren. We lopen dat eigenlijk ook maar een beetje te dwalen over het terrein en maken hier en daar een foto. Wouter wordt aangesproken door een Indiase vader die daar met zijn gezin is. Hij is erg gecharmeerd van Wouter en brengt dan ook zijn dochter in verlegenheid als hij vraagt of Wouter al getrouwd is. Voor Elske en mij is dit natuurlijk lachen geblazen, we beginnen nu echt melig te worden.



De tijd verstrijkt het wordt donker in Delhi. Raj vraag aan de groep of we nog één laatste activiteit willen doen. Het gaat om een grote Sikh tempel, oftewel de Gurdwara Bangla Sahib tempel. Na al die ‘saaie’ stenen gebouwen ben ik toe aan het ‘echte’ India en hoop dat iedereen nog de puf heeft. We zijn helemaal moe en afgepeigerd maar uiteindelijk wil iedereen wel mee, ik ben ontzettend benieuwd wat we aan gaan treffen.

Een sikh is een navolger van het sikhisme, een monotheïstische religie geïnspireerd op het onderwijs van de tien goeroes, zoals dat is vastgelegd in de Goeroe Granth Sahib, het heilige boek van de Sikhs. Er zijn ongeveer 23 miljoen sikhs. De meeste Sikhs zijn Punjabi sprekende Punjabi's en wonen in de Indiase staat Punjab. Het woord sikh is afgeleid van het Sanskriet woord shishya, dat discipel of student betekent. In het Punjabi betekent het woord sikh leren.

Het sikhisme werd gesticht door Goeroe Nanak (1469-1538) , die in de Punjab werd geboren. Een mannelijke sikh is te herkennen aan een tulband. Omdat een mannelijke sikh zijn hoofdhaar niet mag afknippen, wordt het haar met deze tulband bijeengehouden. De traditionele mannelijke Sikhs tooien zich met de vijf "kakkars": Kesh (ongeknipt haar), Kangha (kam), Kachha (korte broek), Kara (stalen armband) en Kirpan (zwaard). De moderne Sikh draagt vaak alleen een tulband of haarnetje. Ook het baardhaar mag niet afgeknipt worden.

Wat we aantreffen is bijna niet te bevatten, we lopen de over een prachtig witstenen pad eerst langs een klein kantoortje waar we onze schoenen moeten uitdoen en een doek over onze haren krijgen. Als we naar buiten lopen komen we tussen de tientallen mensen die een bezoek aan de tempel komen brengen. Als we de hoek omkomen zien we het enorme gebouw, verlicht (Zelfs LED verlichting op de gevel) en met een enorme gouden koepel.


Vanuit speakers horen we gebeden en op de buitenplaats staan honderden mensen te luisteren. Het terrein om de tempel is gigantisch met zelfs een enorm water waar mensen zich kunnen wassen.

 


Als we buiten gefascineerd staan te kijken wenkt Raj ons en loopt richting de ingang. “Dit ga je toch niet menen?” denk ik “Mogen we écht naar binnen??”. Raj lijkt zeer zeker van zijn zaak en wij lopen als bescheiden en makke lammetjes achter hem aan. We staan tussen de Sikhs in de rij en lopen langs de priester en de mensen die binnen aan het bidden zijn. De dienst is in volle gang en wij lopen er als toeristen ietwat ongemakkelijk bij. Dit is het echte India en soms is het moeilijk je niet opgelaten te voelen als je ineens middenin iemand ander zijn leven staat. En in dit geval staan we ineens tussen honderden andere levens. Hopelijk zien ze aan ons dat we vol respect hier zijn en een ontzettende verwondering van de schoonheid van de tempel en de gastvrijheid.

Binnen in de tempel mogen we helaas geen foto’s maken maar ik heb er op internet toch een gevonden van een toerist die met wat minder respect de tempel door is gelopen.


De gehele tempel is voorzien van vloerbedekking en in het midden zit een priester. Hij leest voor uit het Heilige boek. Er is blijkbaar een constante stroom van mensen die door de tempel heen loopt waardoor we wat minder opvallen. Ik kijk vlug om me heen maar buig uit respect voor de mensen hier binnen mijn hoofd naar de grond. Ik ben een en al nederigheid op dit moment. Voordat we de tempel verlaten is er links een soort van slaapkamer met een hemelbed (met airconditioning). Alle Sikhs knielen en geven de deurpost een kus ook de reisgids die bij ons is doet dit. Hij schijnt ook van het Sikh geloof te zijn al is dat niet te zien aan zijn uiterlijk. Ze knielen voor de ‘slaapkamer’ van het Heilige boek, het boek ligt hier te rusten als het niet tijdens gebed gebruikt word. Buiten krijgen we nog een uitgebreide uitleg over de leefregels binnen dit geloof. Als we (helaas) weer weggaan en door de menigte lopen schrik ik me kapot. Van het een op het andere moment gaan de honderden mensen buiten op hun knieën zitten. Ik loop er tussendoor en begin uit lichte paniek te rennen, gelukkig kan ik me redelijk snel uit de voeten maken en heb ik hopelijk niemand gestoord in zijn gebed.

 Van binnen voel ik de adrenaline en energie stromen, dit was écht cultuur snuiven. Ik vergeet mijn moeheid en mijn honger. Ik ben zo ontzettend gelukkig en blij, ik vergeet mijn heimwee en weet vanaf dit moment dat deze maand echt fantastisch gaat worden!


Ik ben verliefd.

 

 

De eerste dag in het land van mijn dromen, India

1 oktober 2010

Dag 1: aankomst in Delhi Na een onverwacht korte vliegreis ( 7 uur en een kwartier) stap ik uit het vliegtuig en zet mijn voet voor het eerst op Indiase bodem, en wel op een afschuwelijk lelijk tapijt. Het zal er wel bij horen! Inmiddels ben ik redelijk ontspannen, tijdens de reis heb ik mijn gedachten kunnen verzetten door een film te kijken en wat spelletjes Tetris samen met Elske te doen op ons luxe eigen schermpje. Ik ben klaar voor het avontuur en heb er zin in! We halen onze tassen op en lopen naar de douane. Het vliegveld ligt er piekobello bij, dit komt om dat deze week de Common Wealth Games beginnen en Delhi zich van zijn beste kant wil laten zien.

De mannen van de marechaussee daarentegen zijn wat minder piekobello, bij de paspoort check kijken ze vooral chagrijnig en wij krijgen ook sterk de indruk dat ze over ons aan het praten zijn. Ik blijf vriendelijk en ben blij als ik mijn paspoort weer terug heb. Lopend over de glimmende marmeren vloer vragen we ons af wie onze medereizigers zouden zijn. Als we bij de uitgang zijn en de deuren gaan open komt het besef: Ik ben in India!!

 

Het is elf uur ’s avonds en nog behoorlijk warm (29 graden) ,al merk ik nog niet veel van de ‘warme deken’ waar iedereen het over had. Bij de uitgang staan mannen, overal waar ik kijk, mannen, sommige in jurken, sommige met tulband maar de meeste zijn netjes in pak, of in ieder geval een pantalon en een blouse. Oh ja en snorren héél veel snorren. Ik adem eens diep in want volgens vrienden zou het in Delhi naar urine ruiken. Ik ruik veel maar gelukkig geen overheersende urine geur, hopelijk blijft het zo.

Rondom de lampjes onder het dak krioelen miljoenen vliegjes en het duurt niet lang voordat ik en de anderen onder de vliegjes zitten. Wegslaan heeft geen zin meer, dus ik accepteer het gekriebel en kijk vol verwachting naar onze reisgroep. We hebben inmiddels onze reisleider gevonden: Raj Singh Rathore, een kleine tengere Indiër zónder snor.

Ik geef de andere groepsleden een hand en iedereen staar elkaar wat schaapachtig aan te kijken. Blijkbaar beseffen we allemaal nog niet dat wij met zijn allen een hele maand lang gaan optrekken dag en nacht, iedereen kijkt nog behoorlijk de kat uit de boom. De groep is erg gemengd, toch is de verhouding stelletjes en singles ongeveer gelijk. Er zijn wat jongeren maar ook wat oudere mensen.

Als we compleet zijn lopen we naar de bus. Langs de kant van de weg zie ik behoorlijk wat bloedspetters liggen en vraag me af of hier een ongeluk is gebeurd. Niet veel later zie ik mannen kauwen op pruim tabak en dit ongegeneerd op de grond spugen. Mijn vraag is direct beantwoord en ik kijk om me heen, de hele stoep is bezaaid met rode spetterige vlekken, lekker dan! De koffers worden ingeladen en we nemen plaats in de bus. Op weg naar het hotel, en hopelijk een lekker bed waar we kunnen uitrusten van de reis om morgen vol energie Delhi te gaan verkennen.

Ondanks de donkerte is er veel te zien onderweg, er komen allerlei voertuigen langs, en er blijken geen duidelijke verkeersregels te zijn. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt blijkt hier van toepassing. Ik zie veel slapende mensen langs de weg, gewoon op de stoep. Ze liggen her en der en als ik vraag aan Raj of zij geen huis hebben antwoord hij alsof het de normaalste zaak van de wereld is: “ze zijn aan het werk en doen tussendoor een dutje”. Ook zie ik een hoop straathonden, en ook een enkele koe maar de koeien zijn ook in verband met de CWG zo veel mogelijk naar het platteland gebracht. Het is elf uur s avonds en ik zie mensen boompjes planten en huizen bouwen. Dít is pas een 24 uurs economie.

 

Na een uur rijden komen in het buurtje van het hotel. Hoe dichterbij de stad hoe meer mensen en honden op straat. Het lijkt alsof we de achterbuurt van Delhi inrijden en ik krijg een onguur gevoel. Het wordt steeds heftiger, kapotte gebouwen, op straat slapende kinderen, honden, een in de goot plassende man in vol ornaat en heel veel afval. Dit is het leven van India en hoe dichter we bij het hotel komen hoe stiller het in de bus wordt.

Als we dichtbij het hotel zijn wacht iedereen buiten netjes op zijn koffer. Echter diegene die zijn of haar koffer al heeft pakt hem op en loopt direct naar het hotel. Op dit moment wordt het me duidelijk dat iedereen hier voor zichzelf is en mensen er dus niet aan denken even op de anderen te wachten. Het gevolg is dat wij met de ‘single’ meiden door de donkere straat moeten en blij zijn als we veilig en wel in het hotel staan.

 


Het hotel is prima en na de kamerverdeling en het uitdelen van de sleutels vertrekt iedereen moe maar voldaan naar zijn kamer. Noem het toeval maar Elske is mijn kamergenoot deze vakantie. Al kletsend zoeken ook wij onze kamer op. Als ik de deur open doe en nieuwsgierig de kamer in kijk ben ik redelijk tevreden. De kamer ziet er goed uit, is niet echt ruim maar net genoeg plek voor onze spullen. Her en der (vooral in de badkamer) zitten wat onverklaarbare vlekken op de muur. De douche ziet er niet erg aantrekkelijk uit en ook de lakens zijn niet brandschoon. Het maakt ons op het moment niet veel uit en met de ventilator aan (geen airco) en in mijn splinternieuwe lakenzak probeer ik in slaap te komen.

Het in slaap komen gaat niet van harte, mijn hoofd zit nog bomvol met indrukken die ik het afgelopen uur heb opgedaan. Ik bedenk me wat ik morgen aan moet doen, mee moet nemen en wat er ook al weer op het programma staat. Het kussen en matras zijn hard, wel even iets anders dan het waterbed dat ik thuis heb.

 

Uiteindelijk val ik in slaap.


Mijn reden om op reis te gaan

16 april 2009

Hoe het allemaal begon..

Het frisse voorjaarszonnetje schijnt op mijn wang, mijn lichaam wordt verwarmd door het haardvuur dat naast me brand. Af en toe kijk in naar M., hij rommelt wat bij de vijver en geniet duidelijk van het moment. Ik lig in de lounge hoek van onze tuin en dommel weg. Voldaan na een stuk hardlopen en nog nadromend van onze vakantie in Turkije, wat hebben we het toch goed samen! Op een gegeven moment word ik wakker gekust en kijk in de helder blauwe ogen van M.. Hij zit op één knie en heeft een lach op zijn gezicht. `Hoi Lieverd, wil je met mij trouwen?”. Ik wrijf met mijn handen in mijn ogen en geloof mijn oren niet. Is dit een geintje? Blijkbaar zeg ik dit hardop want M. antwoord ontkennend en spreekt dezelfde vraag nog eens uit. Ik kijk vol verbazing naar zijn gezicht waarop een nog grotere glimlach verschijnt. Hij schijnt het echt te menen en wacht op mijn antwoord. Natuurlijk wil ik met je trouwen, antwoord ik terwijl ik me in zijn armen stort.

Drie maanden later is het zover, 3 juli, mijn 25ste verjaardag. Omdat ik altijd al van plan was dit grootst te vieren lijkt het ons leuk de gasten te verassen met onze trouwceremonie. Na het heerlijke eten verschijnt M. ineens samen met een ambtenaar ten tonele. Iedereen reageert verbaasd en enthousiast. Ik wordt door mijn vader weggegeven op het nummer ‘Butterfly kisses’ en niet veel later beloven we elkaar trouw en zijn we man en vrouw!

Na 7 weken, op zaterdag 20 augustus, strenge helder blauwe ogen deze keer met een serieuze blik. Als een donderslag bij heldere hemel worden zonder pardon en met weinig uitleg de woorden “ik zie geen toekomst in ons, ik wil de relatie beëindigen” uitgesproken. Ongeloof, onbegrip en verwarring voeren de boventoon. Poef, in één zin stopt je gefantaseerde toekomstbeeld en opeens zijn de zekerheden -die je dacht te hebben- verdwenen. Hulptroepen worden ter vergeefs ingeschakeld en reageren allen met grote verbazing.

Ervan uitgaande dat iemand zo’n beslissing niet zomaar neemt probeer ik de keuze niet te willen begrijpen. Ik realiseer me dat ik alles gegeven heb in deze relatie, overtuigen heeft geen zin, ik heb niet meer te bieden. Ik leg me bij de beslissing neer en ga de eerste weken als verdoofd door het leven.

“Opluchting en Onzekerheid, totale chaos maar ook rust. Verwarring is het resultaat. Alle houvast verdwijnt en twijfel heeft de overhand. Onzekerheid steekt de kop op. Weg is je zogenaamde mensenkennis. Je begint bij start. Het is weer eng om mezelf te zijn. Ineens kan ik me niet meer verschuilen in een veilige relatie. Ineens sta ik er alleen voor en hoe sterk ik me ook voel, die wankele kant wordt nu pijnlijk zichtbaar..”

Al snel begin ik diep van binnen een ongepast gevoel van opluchting te voelen. Na mate de tijd vordert wordt dit gevoel steeds sterker, ik begin mezelf terug te vinden. Al die tijd heb ik wellicht te veel van mezelf gegeven. Ik weet niet meer goed wie ik ben en voel me verdwaald in mijn eigen leven.


Verscholen in een ander,
verloren door het verleden
gedeelte van jezelf
zwaktes eindeloos vermeden
nooit klaar voor acceptatie
altijd onbewust gestreden

gevoed door andermans verwachting
gestimuleerd door aandacht
ineens...alsof het licht weer aanging
en de toekomst dichterbij bracht

iedere twijfel overdacht
net zo lang,
tot het leven weer volledig naar me lacht..



Al snel kom ik in contact met andere mannen, voor de eerste keer als single uit, een toevallige ontmoeting met een aantrekkelijke jongen van amper 21 jaar. De wijn vloeit rijkelijk en ik waan me weer 16, zoenend op de dansvloer. Achteraf voor het eerst ziek van de alcohol, weer een ervaring rijker. Niet lang daarna: een collega die in het zelfde schuitje zit, het schept een band en we daten een tijdje met elkaar. Totdat ik mezelf kei hard tegenkom. Ik ga te snel, wat wil ik in mijn leven? Ik stop met daten, en beloof mezelf tijd voor mezelf te nemen. Een aantal weken later, een sexy rocker met neuspiercing en nog wat later “Liefde op het eerste gezicht”, mijn Valentijn! Onze blikken kruizen en in hem zie ik mezelf, we lachen en de bliksem schiet door de kroeg heen. Ongelooflijke vonken en vuurwerk, kort maar krachtig, beide getekend door de liefde. De angst om te verliezen dooft het magische gevoel. Weer neem ik me voor het rustig aan te doen maar mijn gebroken hart smacht naar liefde.

Ik denk niet genoeg liefde voor mezelf te hebben om het te kunnen helen, ik zoek iemand die mij lief heeft en de pijn doet verzachten.

“Al dagen/weken/maanden gieren er emoties door mijn lijf en mijn gedachten. Heb je weleens op een plek gestaan waar van alles gebeurde, geluid, licht, geuren, een overdaad van alles..bijna teveel om allemaal tot je te nemen..? Het gevoel dat ieder zintuig wordt aangesproken en overuren draait. Alle die overdadige prikkels van buitenaf lijken niets bij datgene wat zich in mijn lijf afspeelt. De buitenwereld lijkt hierdoor saai en ik onzichtbaar want niemand die hetzelfde voelt….”

Ik besluit dat het tijd wordt om iets voor mezelf te doen, ik zou zo graag meer van de wereld willen zien. Een vriendin van me is van plan de zomer in Thailand door te brengen. Ik ben gelijk enthousiast en we kijken naar beschikbare tickets. Echter een aantal weken later blijkt dat dit plan van haar kant toch niet door kan gaan en ik baal als een stekker. Omdat ik me niet wil laten kennen ga ik op zoek naar een reis die ik alleen kan maken. Geen rekening houden met een ander en nu eens eindelijk mijn eigen plan volgen. Over het land hoef ik niet langer na te denken, ik wil naar India, dit spirituele en geheimzinnige land maakt me verschrikkelijk nieuwsgierig. Avontuurlijk India en Nepal, dit zal hem worden!

Dan kom ik F. tegen, een typische Leeuw en dus ontzettend loyaal, stoere lieve politieman uit Amsterdam, wat een avontuur. Hij gaat voor me door het vuur, draagt me op handen. We hebben een leuke tijd samen, maar ik blijf me afvragen waarom iemand zoveel voor mij over zou hebben. Ik voel me rot omdat ik geen 100% aan hem kan en wil geven. Ik merk dat ik mezelf bescherm. Weer kom ik mezelf tegen en voer een zware strijd, zo’n geweldige jongen kan ik toch niet laten lopen? Bang om nooit meer zo iemand tegen te komen blijf ik vechten tegen beter weten in. Dan besluit ik de eerder uitgezochte reis vast te leggen en te boeken voordat ik me bedenk. Dit is het moment om te gaan, ik moet dit doen, voor mezelf, ik ga 1 maand naar India en Nepal!

Al gauw besef ik dat de relatie mij en ook F. teveel onnodige energie kost en met veel pijn en moeite besluiten we er een punt achter te zetten. Veel tijd om stil te staan heb ik niet, de tijd vliegt en de vertrekdatum nadert. Nog een paar weken en ik vertrek naar een ver land in de hoop daar met mezelf in ‘peace’ te komen. Het wordt tijd om dit woelige jaar af te sluiten, de wonden te dichten en opnieuw mezelf te ontdekken.

twee mensen
gedachten, gevoelens
leren:
begrijpen
accepteren en samensmelten
struikelen, vallen, opstaan
steunen en troosten

samen diegene
samen écht mezelf


maandag 18 mei 2020

Mijn naakte ik ..

Dat het leven vol onvoorspelbare gebeurtenissen zit hoef ik echt niemand te vertellen. Toch heb ik daarnaast ook de overtuiging dat je je eigen leven kunt maken zoals je zelf wilt. Je staat zelf aan het stuur en uiteindelijk bepaal jij hoe je na een tegenslag weer opstaat, hoe jij je succes viert en of je dankbaar bent voor de dingen die zo vanzelfsprekend lijken. Maar hoe kunnen deze dingen die zo elkaar tegenspreken toch ook naast elkaar bestaan? Met het schrijven van dit blog hoop ik een stukje van mijn eigen leven beter te maken. Voor mezelf maar ook voor anderen. 

Als je mijn levensverhaal van de afgelopen 20 jaar zou horen zou je kunnen concluderen dat mijn leven samenhangt met mislukte relaties en scharrels. De avonturen die ik meemaakte met de mannen in mijn leven zijn bijna niet meer bij te houden. Je zou denken dat ik na een keer flink op mijn bek gegaan te zijn het wel af zou leren. Maar toch.. na elke afwijzing, teleurstelling of mismatch zoek ik mijn troost, afleiding en zelfwaarde in de vlucht naar een nieuw manspersoon. Alsof ik met de golven van de zee mee het ruige water in wordt getrokken, vervolgens uitgeput op het strand wordt geworpen en daarna zelf de keuze maak weer de zee in te lopen, in plaats van rustig op het strand te blijven om bij te komen en bij mezelf te blijven. Het avontuur, de verleiding, de aandacht, en vooral de bevestiging ' ben ik eigenlijk wel leuk genoeg om van te houden' bleef trekken. 

Een zoektocht van 20 jaar, mijn eigen te bewandelen pad, ik op ontdekkingstocht naar wie ik nou echt diep van binnen ben. Blijkbaar is het voertuig wat ik hier voor nodig heb gehad het aangaan van deze speciale verbinding met een ander. Niet in de vorm van stabiele vrienden en vertrouwde familie. Maar bij een onbekende man. Om vervolgens door hem en met hem onderdeel te worden van de nieuw ontstane identiteit “ wij”. 

Meerdere keren verloor ik mijzelf in het wij-zijn, ik werd wij. Als een kameleon leefde ik me door deze relaties heen. Het ‘ voordeel’ van een kameleon die zich in veel verschillende omgevingen begeeft is dat je de kleuren je eigen maakt, het wordt een automatisme. Je ziet hoe andere mensen andere dingen doen. Hoe mensen hun eigen dromen hebben en hoe groot het verschil van elke relatie is. Maar 1 ding was altijd hetzelfde. Ik heb altijd veel liefde te geven gehad. Misschien soms weleens teveel. Als een bodemloze put zonder grenzen of eigen behoeften. Of dit de reden is dat relaties sneuvelden? Who knows.. maar het liep zoals het liep, elke keer opnieuw.  

Waarom verandert een kameleon zijn uiterlijk? Om zich aan te passen aan de buitenwereld. Niet op te vallen, niet gezien te worden. Maar waarom zou ik mezelf in die rol willen plaatsen als een van de basisbehoefte vanaf baby af is dat je juist wel gezien wilt worden door anderen? Als ik mijn zelfvertrouwen haal uit juist diezelfde relaties? Terwijl ik daarmee mijn eigen ik laat verwateren in het wij van de relatie? Ik ben er klaar voor om dit patroon te doorbreken. En ik denk dat dat nu ook wel eens  hoog tijd is!

Om dit te kunnen doen ben ik op ontdekkingstocht naar mezelf gegaan, zo een waar je van alles over jezelf tegen komt. Soms super leuk maar ook weleens heel confronterend. 
Laatst las ik een boek over het accepteren van je imperfecties. ‘ Zo omarm je imperfecties’ – Als je kunt accepteren dat jij het waard bent om echt van gehouden te worden, dan kun je beginnen met het tonen van liefde aan jezelf. 

Een uitgangspunt van het boek was dus het aangaan van de dingen waar je je voor schaamt. Als je die dingen kunt delen met anderen zul je zien dat je zelfbeeld daar positief door verandert gaat worden. Hierdoor lukt het namelijk beter om deze ‘vreselijke’  dingen die je voor jezelf wilt houden te accepteren en meer van jezelf te houden. Nou ben ik daar eens goed over na gaan denken. 

Inmiddels ben ik bijna 36 en in mijn leven ervaren dat het leven een avontuur is van struikelen, vallen, kei hard op je bek gaan, maar ook weer opstaan, opkrabbelen of als je geluk hebt..net op tijd kunnen ingrijpen zodat de val voorkomen kon worden. 

Na elke keer dat ik op mijn bek ging heb ik gemerkt dat ik steeds beter en sneller weer opkrabbelde. Door dingen mee te maken ben ik best veerkrachtig geworden. Ik weet inmiddels dat het altijd wel weer goed met mij komt. Ik heb immers 1 stabiele factor in mijn leven, en dat ben ik. Zolang ik er ben komt het goed. Er is altijd een ander pad te vinden om je weg te vervolgen. (Nou heb ik het natuurlijk niet over de echte nachtmerries in het leven, die ik dan ook hoop nooit mee te hoeven maken. )

Met dat in mijn gedachte.. ben ik op zoek naar mijn eigen schaamtes gegaan.. 
Ik wil twee situaties met jullie delen die mijn zelfbeeld ontzettend hebben beïnvloed. Tot op de dag van vandaag.  

Ik zat in de derde klas en heel eerlijk, ik was ontzettend preuts als het ging om jongens.. op een avond in de lokale discotheek zoende ik een jongen die voor mijn idee echt ‘ boven mijn stand was’. Ik hoorde achteraf van een van mijn beste vriendinnen dat die jongen tegen zijn vriend gezegd had ik een snorretje (wat hij had opgemerkt toen we hadden gezoend). Serieus mensen, ik maak geen grap. Kan het nog gênanter?? Ik weet nog wel dat ik door de grond wilde zakken en wilde verdwijnen. Vanaf dat moment heb ik stiekem met een scheermesje (ik wist niet beter) de donshaartjes op mijn bovenlip weggehaald. Natuurlijk weet ik inmiddels dat veel meer vrouwen hun bovenlip epileren of waxen of whatever. Maar daar kwam ik pas achter toen ik erover durfde te praten met iemand. Het is altijd een onzekerheid gebleven. Tot op de dag van vandaag. Al 20 jaar galmen deze woorden door mijn systeem.. en ik maak me niet alleen meer zorgen om een snorretje, maar elke vorm van beharing doet mij al monsterlijk aan. Zorgen maken als de zon schijnt op je gezicht , want heb je weleens gezien hoe goed je die donshaartjes dan wel niet ziet. En wat krijg je als je ouder wordt? Er gaan ineens overal meer haren groeien…dus. 

Een aantal jaar later, ik zat op het mbo. We waren met de klas een paar dagen intern op de praktijkschool. We liepen terug na een avondje stappen en een groepje jongens liep met ons mee terug. Tijdens deze wandeling zei een jongen tegen mij; “Je bent wel knap, je hebt mooie ogen alleen jammer dat je zo’n lelijke neus hebt.” Een lelijke neus. Dat was het dan. En ja, je kunt het al raden, sinds die tijd heb ik een oordeel gehad over mijn eigen neus. Dat ie lelijk is.  En dat alles dus afhangt van mijn ogen. Die nu rimpels krijgen en gaan hangen… en hoe ouder ik word ik dus bang ben dat er dus weinig ‘ moois’  over blijft in dat gezicht van mij…Ooit weleens opgevallen dat al mijn foto's van dezelfde kant van mijn gezicht zijn? Want ja vanaf die andere kant zie je inderdaad dat er mijn neusbrug niet perfect is. En dus is dat mijn lelijke kant en dus zul je bijna geen foto's van die kant zien. Of de voorkant.  Weet je wat zo stom is? Die bobbel is nou juist net datgene wat mijn opa ook had, en dus een stukje van mijn roots. Wat ik dan weg wil stoppen. Zonde toch!

Ik wil af van deze onzekerheden. Ik wil niet meer dat deze woorden blijven vaststeken in mijn systeem. Ik wil door dat oppervlakkige heen en zien hoe ontzettend sterk, verkrachtig, slim, sociaal en lief ik ben. En al had ik een snor en een heksenneus. Dat ik nog steeds de moeite waard ben om van te houden. Door anderen, maar vooral door mezelf. 

Dat is iedereen. En niemand heeft het recht om wie dan ook op deze manier een slecht gevoel te geven. Want wie boeit het nou wat jij van het uiterlijk van een ander vind? What the fuck. Hou je mening lekker voor jezelf en zorg dat het niet jouw woorden zijn waardoor een ander minder van zichzelf kan houden. 

En ik weet dat ik vroeger ook zo dom ben geweest om dingen te zeggen tegen een ander om erbij te horen of zelf niet het slachtoffer te worden. Ook daar ben ik me heel erg bewust van en daar heb ik spijt van. Je wilt die persoon niet zijn, echt niet. Wees alsjeblieft lief voor elkaar, maar vooral voor jezelf. Want zolang je goed in je eigen vel zit is er ook geen reden om een ander naar beneden te halen. 

En nu?
Nu ga ik verder op mijn pad en hoop ik dat ik de actieve vlucht naar het avontuur met een nieuwe man voor een tijdje naast me neer kan leggen. Gewoon om even met mezelf te zijn. De rust te hebben om diepgaande vriendschappelijke relaties op te bouwen met lieve mensen om mij heen. Maar ik weet ook dat ik gewoon een mens ben, zo een die ook gewoon fouten maakt. En ook al gebeurt dat toch weer. Het is wat het is en het is goed. Ik ben goed zoals ik ben. En we zien wel weer waar het leven me brengt.. 

zondag 2 oktober 2016

Sport(g)en…



Sport(g)en…


Echt serieus mensen, er is één ding wat jullie van mij moeten weten. Het lijkt misschien allemaal leuk en aardig maar eigenlijk ontbreekt er iets in mijn lichaam. Iets wat een aantal mensen in mijn omgeving van nature wel bezitten of zich hebben toegeëigend: het sportgen.
Voor de sportievelingen onder ons zal dit blog gezien worden als een ‘smoesjes-verhaal- maar de gelijkgestemden onder ons weten wel beter. Komt-ie.
‘Even een rondje hardlopen, een uurtje naar de sportschool, een stukkie fietsen.’ Dit soort uitspraken, ik krijg er nog net geen faal angst en angstzweet van.
Het begon al vroeg, of eigenlijk is het nooit op gang gekomen. Met gym blonk ik uit met het sorteren van de gekleurde lintjes. Verder dan dat kwamen mijn sportprestaties niet. Het is niet dat ik het niet geprobeerd heb hoor: als klein meisje ging ik op gym, tennis, korfbal, volleybal, nog een keer tennis, fitness,streetdance, hardlopen..
In geen van deze activiteiten was ik een uitblinker. Bij tennis was ik het enige kindje dat niet bovenhands kon opslaan, bij gym durfde ik geen salto, volleybal was geen succes vanwege een polsblessure, tijdens het dansen eindigde mijn pasjes altijd een paar tellen later dan de routine van de groep…en de rest? Dat kun je nu zelf ook vast wel invullen.
Een aantal geleden jaar ben ik fanatiek gaan hardlopen, drie keer in de week. Serieus. Ik heb zelfs wedstrijdjes van 10 km gelopen. (M’n prins gelooft het nog steeds niet) Ik was nooit de snelste en maar 1 keer de aller allerlaatste (tijdens de Vestingloop). Na die laatste loop was ik het helemaal beu en heb ik m’n schoenen in de wilgen gehangen.
Aan mensen in mijn omgeving heeft het niet gelegen. Op de middelbare school zaten een stel fanatieke meiden in mijn klas die altijd tot het uiterste gingen. Ik heb sportieve vriendjes gehad die meededen aan survivalruns, aan wielrennen deden en weet ik wat nog meer.
Ook prins is een fanatieke sporter, voetballen, tennissen, sportschool, zo af en toe hardlopen en fietsen. Door hem kwam ik tot een besef. Het zit in zijn bloed, zijn genen, het kalmeert hem, hij heeft het nodig. En het gaat hem redelijk gemakkelijk af. Dat is een hele andere insteek dan mijn sport gevoel.
Bij elke zware beweging krijg ik last van frustratie. Ik word kwaad, geïrriteerd, gestresst en moedeloos. Nog meer omdat ik altijd, maar dan ook altijd, achter de anderen aan hobbel. Hoe hard ik ook loop te stompen, ik hou het niet bij.
Een van de nadelen hiervan is – let op, dit vergeten veel mensen- dat je minder uitblaaspauzes hebt tussendoor. Want als de sportinstructeur zegt 1 min pauze en jij komt als enige van de hele groep een halve minuut later dan de groep binnen dan heb je maar een halve minuut om uit te hijgen! Oneerlijk. Het is gewoon niet te doen!
Ik weet dat er zoiets bestaat als discipline. En ik hoor je denken. Maar wacht! Ik ben wel iemand die heel gedisciplineerd kan zijn als het bv gaat over voeding, geen alcohol, geen suiker. Te gezonde (lees:onsmakelijke) gerechten. Niks is mij te gek. Ik kan het en als ik er bewust voor kies doe ik het ook. Dus daar ligt het niet aan.
Wilskracht, nog zo’n kreet. Nou mensen geloof me, ik wil het, dolgraag! Maar ik kan het gewoon niet. En mensen moeten niet beginnen te zeggen dat ‘je er even doorheen moet’. Onzin! Zelfs na maanden 3 keer in de week trainen met hardlopen was het nog élke keer een strijd! Élke keer! Wie dit niet gelooft: vraag maar aan m’n moeder, zij was er 9 van de 10 keer bij. Zij liep als een huppelend hertje onbezorgd al die kilometers naast me. Nou, niet naast me maar voor me. Want ja. Ik slofte er met m’n tong op m’n knieën, kramp in m’n billen, steken in m’n zij en overbelaste kniebanden er elke keer weer achteraan.
Zwanger worden, ja daar wilde ik fit in gaan. Ik kocht skeelers en nam een abbonement bij de sportschool. (Blijven proberen) Na 3 ritjes skeeleren en een paar lesjes bodypump was die poging ook alweer snel voorbij. Tijdens de zwangerschapsgym-cursus waar ik in Den Bosch bij zat, gingen we verhuizen en daarna kwam er al helemaal niks meer van. Fit zwanger zijn? Plan mislukt.
Nu 5 maanden na de geboorte van ons meissie is het weer zover. Ik ga bootcampen. Zojuist eerste lesje gehad en mijn vingers zijn momenteel de enige onderdelen in mijn lichaam die ik nog zonder last kan bewegen. Naast bootcamp ga ik proberen nog 2 keer zelf de lopen ( ja mensen ik ga ervoor of ik ga er niet voor).
Over een tijdje zullen we zien hoe deze poging gaat aflopen. Toch zie ik deze poging weer als een nieuwe start! Ik ga ervoor, ik was weer laatste van de groep maar met opgeheven hoofd ging ik naar huis. Een voldaan gevoel en trillende benen verder lig ik nu na een warme welverdiende douche lekker op m’n bedje. Ik ben trots! Het voelt toch weer als een overwinning en daar ga ik gewoon eens lekker van genieten. En hoe we ons morgen voelen, dat is van latere zorg!
En neem van me aan, ook kleine succesjes moeten gevierd worden! Zo wordt het leuk en blijft het leuk…en ja, aanmoedigen mag altijd! Dus zie je me een keer langskomen met een ontploft rood hoofd en een gefrustreerd loopje. Roep me iets positiefs toe! Dan zal ik dat ook bij jou doen. Beloofd.
Succes!!