vrijdag 3 september 2021

De tweede dag in India, de dag dat ik verliefd werd..

  2 oktober 2010 Dag 2: Delhi

 

Het is 7.30 uur en ik word wakker gemaakt door de wekker. Verward kijk ik om me heen en in een flits weet ik weer waar ik ben. Ik lig op kamer 103 van Hotel Pablas in New Delhi! Ik wurm me uit mijn lakenzak en hoor dat Elske ook wakker aan het worden is. “Goeiemorgen!” roep ik vrolijk en zie een vrolijke ietwat slaperige glimlach onder de dekens vandaan komen. Als ze haar slaapmasker af heeft gezet en haar oordoppen uit is ook Elske helemaal klaar om lekker te douchen, aan te kleden en te gaan ontbijten. De ‘eetzaal’ is boven en er staat een simpel buffet voor ons klaar. Na wat toast, thee en een glaasje sap pak ik mijn spullen en lopen we naar de lobby. Als iedereen klaar is voor vertrek en ook Raj gearriveerd is lopen we naar de bus die een eindje verderop geparkeerd staat.

Hetzelfde ongure buurtje is nu ineens omgetoverd tot een levendig schouwspel. Overal is iets te zien, te horen of te ruiken. Vol verbazing en verwondering kijk ik mijn ogen uit. Het ziet er totaal anders uit dan de ellende die ik gisteravond dacht te zien.

Het is rustig op straat en alle winkels zijn dicht want vandaag is het de geboortedag van Mahatma Gandhi (1869) Zijn geboortedag wordt gevierd als Gandhi Jayanti, een dag waarop verschillende mensen hun held herdenken. Bij een bescheiden monument Raj Ghat, pal aan de rivier de Yamuna in New Delhi, wordt dan zijn favoriete lied Raghupati Raghava gezongen en wordt op de ouderwetse wijze katoen gesponnen.

We kunnen helaas vandaag niet naar de Raj Ghat in verband met de herdenking maar er zijn nog zat andere dingen te zien in Delhi! En we spreken met elkaar af als we weer terug zijn in Delhi aan het einde van de reis naar de herdenkingsplek te gaan.

Tijdens de wandeling naar de bus zie ik de mooie uitspraak

“Everyone has potential you just have to discover it”.

De uitspraak maakt ontzettend veel indruk op me. Ik loop hier in een land waar kinderen op straat leven en mensen met een handicap bedelen om geld. Het lijkt voor mij een soort van lichtpuntje in de duisternis te zijn, het gevoel van hoop. Tussen meters met rolluiken en hekken zie ik de eerste tempel, hij staat midden in de winkelstraat en hij is prachtig.



 

Bovenop de tempel staat een afbeelding van de apengod Hanoeman, (Sanskrit: ) hij is de godheid die ooit de god Rama hielp bij de redding van zijn vrouw Sita uit de handen van de demonenkoning Ravana. Hij symboliseert de bhakti (devotie) en is vooral populair in het noorden van India. Naast hem staat een beeld van Ganesha. Een beeld wat overal te vinden is in het straatbeeld van India. Ganesha is de godheid met het olifantenhoofd. Hij is de god van kennis en wijsheid, neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers. Hindoes bidden tot Ganesha voor ze aan iets nieuws beginnen, zoals een nieuwe baan of wanneer ze verhuizen. Ganesha is de zoon van Shiva en Parvati. Hij rijdt op een muis of een rat.

Rechts naast de tempel worden bloemenkransen verkocht. Deze kransen worden als offer naar de goden gebracht. Voordat de hindoes de tempel betreden luiden ze de bel. Om zo aan de goden te laten weten dat ze hun huis betreden.

De groep loopt door dus ik moet ook verder.



In een land waar er geen verkeersregels gehandhaafd worden (ze schijnen er wel te zijn) is het lastig om over te steken als voetganger. Laat staan met een grote groep mensen. Terwijl we wachten aan de straat zie ik vanalles langskomen, tuc-tucs, brommertjes, auto’s, bussen, fietsers, riskja’s noem het zo gek maar op of het rijdt hier over straat.

Het is een vermakelijk schouwspel en een lawaai van jewelste. Het continu aanwezig zijn van geluid van honderden toeters en tientallen fietsbellen prikkelt mijn zintuigen. Ik vind het heerlijk en geniet met volle teugen. Het wemelt van de mensen en ik ben maar een klein onderdeel van het geheel.

 




Als we eindelijk bij de bus aangekomen zijn rijden we naar het Rode Fort. Het Rode Fort van Delhi of Lal Qila (Hindi) is een ommuurd paleis in Shahjahanabad en ligt aan de rivier Yamuna. Het is één van de bekendste bezienswaardigheden in Delhi, en maakt deel uit van de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is ook de plaats waar de minister-president van India elke 15 augustus een toespraak houdt, op de dag dat India onafhankelijk werd van GrootBrittannië. Het fort werd als paleis opgericht door de Mogoelse keizer Shah Jahan, als zevende islamitische stad van India. Terwijl we rondkijken en van buitenaf foto’s maken merken we op dat ook wij een toeristische attractie blijken te zijn. Indiase mannen richten zonder schaamte hun mobiel op ons en maken ongegeneerd foto’s en filmpjes. Het is even wennen maar verder heb je er geen last van. Overigens wel een leuk idee dat ik nu ergens bij iemand in zijn telefoon sta. Het zal geen uitzondering zijn deze reis dus ook hierbij is het een kwestie van accepteren dat het nou eenmaal zo gaat hier.


 

 



Na het Rode Fort gaan we met de fietsriksja door de smalle straatjes van Old Delhi, ondanks dat het toch behoorlijk wat indruk maakt zijn we ietwat teleurgesteld. De smalle straatjes welke normaal wemelen van mensen zijn nu teleurstellend leeg en maar een enkele winkel is open. Dit alles zoals ik al eerder schreef in verband met de nationale feestdag.

Fietsrikja chauffeurs hebben overal schijt aan. Ze knallen gewoon door, ze zetten hun voorwiel voor alles wat beweegt om zo als eerste weg te kunnen gaan. Na wat spannende beknellende momenten komen we aan bij de Jama Masjid Moskee. Hier worden we voor het eerst geconfronteerd met het geven van fooi. Raj zou voor de riksja’s betalen dus wij laten alle chauffeurs netjes wachten tot Raj er is. Onze chauffeur verteld ons hoe zwaar zijn werk eigenlijk wel niet is en dat het geld wat hij krijgt ook afgedragen moet worden en of we dan niet wat geld voor hem alleen hebben. En hij vraagt niet om een misselijk bedrag. Volgens mij is het meer dan de hele rit uberhaupt gekost heeft. Omdat we eigenlijk helemaal niet weten hoe we hier mee om moeten gaan staan we daar ook een beetje te draaien en te twijfelen. Sommige van de groep hebben zich al laten verleiden en hebben de fooi al afgestaan. Elske en ik houden voet bij stuk. Onze chauffeur wordt ineens behoorlijk chagrijnig en ineens fiets hij weg. Nou dat was makkelijk, Elske en ik kijken elkaar aan en denken allebei: “Zo, dáár zijn we vanaf”.

Nadat alle onduidelijkheden uit de lucht zijn lopen we naar de moskee. De Jama Masjid van Delhi, is de hoofd moskee van Oud Delhi in India. Opgedragen aan Mughal Keizer Shah Jahan, bouwer van Taj Mahal, en voltooid in het jaar 1656, Het is één van de grootste en bekendste moskees India. Het is ook aan het begin van een zeer bezig en populair straat/een centrum binnen Oud Delhi, Chandni Chowk. Masjid-I-Jahan Numa betekent de „moskee bevelend een mening van de wereld“. De binnenplaats van de moskee biedt plaats voor 25.000 mensen. In mooie gekleurde jurken en met een beetje haast gaan we naar binnen. We moeten opschieten, we hebben maar 10 minuten voordat het gebed begint en dan moeten alle ongelovigen uit de moskee zijn!

 



 

Eerlijk gezegd maakt de moskee niet veel indruk op me. En na het vlugge bezoek gaan we op zoek naar wat te eten. We worden naar een druk bezocht en zeer toeristisch restaurant gebracht. Het eten is heerlijk maar voor Indiase begrippen erg duur (480 rupee = ongeveer 8 euro). We vragen aan Raj of hij ons in het vervolg naar wat meer Indiase tentjes mee te nemen. Wel de hygiënische uiteraard want ziek worden, dáár zitten we niet op te wachten!

 

 Na het eten rijden we met de bus naar de Indian Gate. De India Gate is het nationale monument van India. India Gate werd ontworpen door Sir Edwin Lutyens. Oorspronkelijk bekend als All India War Memorial, het is een prominent herkenningspunt in Delhi en herdenkt de 90.000 soldaten van het Brits-Indische leger die hun leven verloren tijdens het vechten voor de BritsIndische Rijk , of meer correct de Britse Raj in de Eerste Wereldoorlog en de Derde AngloAfghaanse Oorlog. Onder de poort brandt een eeuwige vlam op het graf van de Onbekende Soldaat.

 


 De Indian Gate is 42 meter hoog en de gazons zijn een populaire picknick plek voor gezinnen. Het hele India Gate zeshoek complex beslaat ongeveer 306000m ² in het gebied met een diameter van ongeveer 625m. Tijdens het rondlopen bij de poort wordt ik aangesproken door een vrouw die een speldje met de Indiase vlag bij me opspelt. Ze is van een school en zamelt zo geld in tenminste dat probeert ze me wijs te maken. De rest van het groepje loopt door en even voel ik me ontzettend voor het blok gezet. Dit is echter wel waar Raj van te voren voor gewaarschuwd had. Ik loop door terwijl ik haar blik zo veel mogelijk ontwijk, ik heb het er moeilijk mee, ik ben niet gewend om mensen bij voorbaat niet te vertrouwen. Als ik een aantal meter verder ben durf ik weer adem te halen. Het speldje stop ik veilig weg in mijn tas, die gaat mee naar huis, mijn eerste souvenier!



Het gazon rondom het monument ligt er prachtig bij. Er is werkelijk waar geen afval of onkruid te bekennen. Wat me gelijk opvalt als we door het park lopen is de verbondenheid van het gezin. Je ziet zelden iemand alléén op het land werken. Het lijkt alsof complete gezinnen aan het werk zijn. De vrouwen en mannen werken samen en daar omheen drentelen de kinderen die af en toe wat kattenkwaad uithalen, totdat een oplettende politie man dit ontdekt en heel hard op zijn fluitje begint te blazen waardoor ze ophouden. Een aantal moeders hebben ons gespot en sporen zichtbaar hun kinderen aan om bij ons te gaan bedelen. Dat laatste is wel heel bizar en gelukkig zijn de kindjes te verlegen om te komen. Over het algemeen ziet het er toch knus, warm en liefdevol uit. Alleen het feit dat deze kindjes waarschijnlijk geen onderwijs krijgen maakt het tafereeltje toch wat minder ‘aandoenlijk’.




Na een kort bezoek aan de Indian Gate rijden we door naar de Lotus Tempel ‘Bahai House of Worship’. Dit is een van de zeven Bahá'í Huizen van Aanbidding. De Bahá'í tempel in Bahapur, Delhi, India werd in 1986 voltooid en is de Moeder-tempel van het Indische subcontinent. Het heeft verscheidene architectonische prijzen gewonnen en is in honderden kranten- en tijdschriftartikelen besproken. De architect was Fariborz Sahba uit Canada.



Het ontwerp is geïnspireerd door de lotusbloem en bestaat uit 27 vrijstaande met marmer beklede “bladen”, gerangschikt in groepen van drie, zodat er negen zijden ontstaan. De tempel is iets meer dan 40 meter hoog, en wordt omgeven door negen vijvers, die de bladeren symboliseren waar de lotus op drijft. Tussen de opening in 1986 en begin 2003 hebben meer dan 50 miljoen mensen een bezoek gebracht aan de tempel, waarmee het een van de meest bezochte gebouwen ter wereld is. Op hindoe heilige dagen heeft het tot 150.000 bezoekers per dag getrokken; per jaar zijn er vier miljoen bezoekers (ongeveer 13.000 per dag). Dit Huis van Aanbidding wordt, door zowel bahá’ís als niet-bahá’ís, de "Lotus Tempel" genoemd.



Na de lange rij komen we aan in de simpele ‘stilte’ ruimte. Er staan houten bankjes en er heerst een serene stilte. Wouter, Elske en ik zitten op een rijtje en zijn alledrie behoorlijk onder de indruk. Op de een of andere manier heerst hier totale rust. Als we er een tijdje zitten krijgen we een kaartje in onze hand gedrukt waarop staat:

The name is my healing, O my God,
and remembrance of Thee is my Remedy
Nearness to Thee is my hope,
 and love for Thee is my companion,
Thy mercy to me is my healing
and my succor in both this world and the world to come
Thou, verily, art the All-Bountiful, the All-Knowing, the All-Wise


Helemaal ZEN en onder de indruk verlaten we na een tiental minuten de tempel…in stilte. Als we terug op aarde zijn gaan we door naar de Qutab Minar. De Qutub Minar is een van de beste voorbeelden van de islamitische architectuur in India. De toren is een van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Delhi. De toren is 72,5 m hoog en de hoogste stenen toren van India. De bouw van de toren begon in 1193 onder Qutb-ud-din Aybak, de eerste islamitische heerser over Delhi. De toren werd uiteindelijk pas in 1368 voltooid. De verschillen in architectonische stijl zijn duidelijk te zien. Door UNESCO werden de toren en de erbij behorende monumenten in 1993 tot werelderfgoed verklaard.

 


 Eerlijk gezegd ben ik na alle bezienswaardigheden redelijk monumenten-moe. Ik probeer te luisteren naar wat de gids zegt maar ik kan het niet op brengen me nog volledig te concentreren. We lopen dat eigenlijk ook maar een beetje te dwalen over het terrein en maken hier en daar een foto. Wouter wordt aangesproken door een Indiase vader die daar met zijn gezin is. Hij is erg gecharmeerd van Wouter en brengt dan ook zijn dochter in verlegenheid als hij vraagt of Wouter al getrouwd is. Voor Elske en mij is dit natuurlijk lachen geblazen, we beginnen nu echt melig te worden.



De tijd verstrijkt het wordt donker in Delhi. Raj vraag aan de groep of we nog één laatste activiteit willen doen. Het gaat om een grote Sikh tempel, oftewel de Gurdwara Bangla Sahib tempel. Na al die ‘saaie’ stenen gebouwen ben ik toe aan het ‘echte’ India en hoop dat iedereen nog de puf heeft. We zijn helemaal moe en afgepeigerd maar uiteindelijk wil iedereen wel mee, ik ben ontzettend benieuwd wat we aan gaan treffen.

Een sikh is een navolger van het sikhisme, een monotheïstische religie geïnspireerd op het onderwijs van de tien goeroes, zoals dat is vastgelegd in de Goeroe Granth Sahib, het heilige boek van de Sikhs. Er zijn ongeveer 23 miljoen sikhs. De meeste Sikhs zijn Punjabi sprekende Punjabi's en wonen in de Indiase staat Punjab. Het woord sikh is afgeleid van het Sanskriet woord shishya, dat discipel of student betekent. In het Punjabi betekent het woord sikh leren.

Het sikhisme werd gesticht door Goeroe Nanak (1469-1538) , die in de Punjab werd geboren. Een mannelijke sikh is te herkennen aan een tulband. Omdat een mannelijke sikh zijn hoofdhaar niet mag afknippen, wordt het haar met deze tulband bijeengehouden. De traditionele mannelijke Sikhs tooien zich met de vijf "kakkars": Kesh (ongeknipt haar), Kangha (kam), Kachha (korte broek), Kara (stalen armband) en Kirpan (zwaard). De moderne Sikh draagt vaak alleen een tulband of haarnetje. Ook het baardhaar mag niet afgeknipt worden.

Wat we aantreffen is bijna niet te bevatten, we lopen de over een prachtig witstenen pad eerst langs een klein kantoortje waar we onze schoenen moeten uitdoen en een doek over onze haren krijgen. Als we naar buiten lopen komen we tussen de tientallen mensen die een bezoek aan de tempel komen brengen. Als we de hoek omkomen zien we het enorme gebouw, verlicht (Zelfs LED verlichting op de gevel) en met een enorme gouden koepel.


Vanuit speakers horen we gebeden en op de buitenplaats staan honderden mensen te luisteren. Het terrein om de tempel is gigantisch met zelfs een enorm water waar mensen zich kunnen wassen.

 


Als we buiten gefascineerd staan te kijken wenkt Raj ons en loopt richting de ingang. “Dit ga je toch niet menen?” denk ik “Mogen we écht naar binnen??”. Raj lijkt zeer zeker van zijn zaak en wij lopen als bescheiden en makke lammetjes achter hem aan. We staan tussen de Sikhs in de rij en lopen langs de priester en de mensen die binnen aan het bidden zijn. De dienst is in volle gang en wij lopen er als toeristen ietwat ongemakkelijk bij. Dit is het echte India en soms is het moeilijk je niet opgelaten te voelen als je ineens middenin iemand ander zijn leven staat. En in dit geval staan we ineens tussen honderden andere levens. Hopelijk zien ze aan ons dat we vol respect hier zijn en een ontzettende verwondering van de schoonheid van de tempel en de gastvrijheid.

Binnen in de tempel mogen we helaas geen foto’s maken maar ik heb er op internet toch een gevonden van een toerist die met wat minder respect de tempel door is gelopen.


De gehele tempel is voorzien van vloerbedekking en in het midden zit een priester. Hij leest voor uit het Heilige boek. Er is blijkbaar een constante stroom van mensen die door de tempel heen loopt waardoor we wat minder opvallen. Ik kijk vlug om me heen maar buig uit respect voor de mensen hier binnen mijn hoofd naar de grond. Ik ben een en al nederigheid op dit moment. Voordat we de tempel verlaten is er links een soort van slaapkamer met een hemelbed (met airconditioning). Alle Sikhs knielen en geven de deurpost een kus ook de reisgids die bij ons is doet dit. Hij schijnt ook van het Sikh geloof te zijn al is dat niet te zien aan zijn uiterlijk. Ze knielen voor de ‘slaapkamer’ van het Heilige boek, het boek ligt hier te rusten als het niet tijdens gebed gebruikt word. Buiten krijgen we nog een uitgebreide uitleg over de leefregels binnen dit geloof. Als we (helaas) weer weggaan en door de menigte lopen schrik ik me kapot. Van het een op het andere moment gaan de honderden mensen buiten op hun knieën zitten. Ik loop er tussendoor en begin uit lichte paniek te rennen, gelukkig kan ik me redelijk snel uit de voeten maken en heb ik hopelijk niemand gestoord in zijn gebed.

 Van binnen voel ik de adrenaline en energie stromen, dit was écht cultuur snuiven. Ik vergeet mijn moeheid en mijn honger. Ik ben zo ontzettend gelukkig en blij, ik vergeet mijn heimwee en weet vanaf dit moment dat deze maand echt fantastisch gaat worden!


Ik ben verliefd.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten